Bescherming en beheer Laatst aangepast 14-iv-2015
E-mail de webmaster

Er zijn enkele soorten in Nederland die zo zeldzaam zijn dat ze in aanmerking komen voor bescherming. Hierbij valt in de eerste plaats te denken aan de wat grotere opvallende soorten, waarvan de verspreiding in ons land goed bekend is en die ook door niet- specialisten op naam te brengen zijn.

Strikte bescherming lijkt noodzakelijk voor enkele van deze waarvan in Nederland nog slechts één of enkele nesten aanwezig zijn: gewone reuzenmier Camponotus ligniperda, zwarte reuzenmier Camponotus vagus en amazonemier Polyergus rufescens. Daarnaast zijn er enkele soorten die slechts een beperkte verspreiding hebben en waarvoor het wenselijk is dat natuurbeheerders rekening met ze houden; stronkmier Formica truncorum en deuklipsatermier Formica pressilabris zijn hier de beste voorbeelden van.

In het natuurbeleid worden enkele soorten genoemd. De kale rode bosmier Formica polyctena, zwartrugbosmier Formica pratensis, behaarde rode bosmier Formica rufa en stronkmier Formica truncorum zijn beschermd via de Flora- en faunawet, bijlage 1. Zes Nederlandse mierensoorten zijn opgenomen op de internationale rode lijst van de IUCN, hetgeen overigens geen beschermde status oplevert. Het gaat om de woekermier Anergates atratulus ('Vulnerable'), kale rode bosmier Formica polyctena ('Near threatened'), zwartrugbosmier Formica pratensis ('Near threatened'), behaarde rode bosmier Formica rufa ('Near threatened'), glanzende gastmier Formicoxenus nitidulus ('Vulnerable'), Kutters gaststeekmier Myrmica bibikoffi ('Vulnerable') en behaarde gaststeekmier Myrmica hirsuta ('Vulnerable').

Voor veel andere soorten weten we de status in Nederland niet voldoende om uitspraken over achteruitgang en verspreiding te doen. Bovendien zijn veel mieren lastig te determineren, en derhalve ook moeilijk te beschermen, omdat de aanwezigheid in een gebied niet zomaar is vast te stellen. Peter Boer geeft een lijst van soorten die speciale aandacht verdienen omdat ze zo zeldzaam zijn of een erg beperkte verspreiding hebben.

Mieren vormen een insectengroep die goed bij het natuurbeheer te betrekken is. Anders dan veel andere insecten, leven mieren permanent in nesten. De specifieke locatie daarvan kan veel zeggen over lokale terreincondities. In de verscheidene biotopen van ons land kunnen gespecialiseerde soorten worden gevonden, zoals in bossen, op kalkgraslanden, in heideterreinen, in grazige vegetaties en in de stad. Het voorkomen, de abundantie en de onderlinge verhoudingen van de soorten kunnen veel zeggen over de variatie, de effecten van natuurbeheermaatregelen en de mate van isolatie van een terrein. Niet zelden worden mieren dan ook ingezet voor ecologische studies in natuurgebieden. De mierenwerkgroep (mwg.bestuur@gmail.com) kan benaderd worden voor specifieke vragen van natuurbeheerders of om inventarisaties uit te voeren.